Indicatoren
Indicatoren worden toegevoegd via de "voeg indicator toe" buttom rechtsboven in de grafiek. Indicator instellingen kunnen worden gewijzigd via de steeksleutels in de labels.
Grafiekstijlen zijn instelbaar via de steeksleutel in het label 'Koers' linksboven in de grafiek. Meer dan 15 stijlen zijn beschikbaar inclusief grafieken gebaseerd op tijd, koersbeweging en volume.
Met de 
knop rechtsboven in de grafieken:
- heeft u toegang tot 100+ technische analyse indicatoren, standaard beschikbaar in het platform
- kunt u eigen indicatoren maken, importeren en exporteren
Weergave en instellen van een indicator
Om een indicator te tonen:
- Klik op de knop
- In de tab "Indicatoren", selecteer in de lijst de indicator van uw keuze
- U kunt ook een indicator zoeken door de naam te typen in het "Filter indicatoren" zoekvak.
- Bevestig door op "Toevoegen" te klikken om de indicator toe te voegen aan de grafiek
Zodra de indicator wordt toegevoegd aan de grafiek zal het eigenschappen venster automatisch openen. In het eigenschappen venster kunt u het volgende wijzigen:
- de kleuren en kleurzones van de indicator onderdelen
- de dikte van elk onderdeel
- de stijl (doorlopende of gestippelde lijn, histogram, punten, etc...)
- de gebruikte parameters in de berekening van de indicator (bijv: aantal periodes)
- de instelling van elke indicator zoals de gebruikte formule voor de berekening (voor moving averages: eenvoudig, weighted, wilder, zero lag, etc...), of het koerstype voor de berekening (bijv: slot, open, hoog, laag, totaal, etc...)
Merk op dat als u de indicator heeft ingesteld u kunt klikken op de knop "Stel in als standaard indicator configuratie" om deze instellingen te onthouden voor de volgende keer dat u de indicator aan een grafiek toevoegt.
U kunt het eigenschappen venster altijd opnieuw tonen door te klikken op het steeksleutel icoon in de naamlabel van de indicator (zie afb. hierboven)
Standaard indicatoren met de toevoeging "(op koers)" worden in het koersgrafiek vak getoond. Andere indicatoren worden in aparte vakken getoond.
Toon een indicator op een andere indicator
Zoals hierboven aangegeven, worden sommige indicatoren in het koersvak getoond.
Het is ook mogelijk om indicatoren toe te voegen op andere indicatoren. Om dit te doen:
- Klik op het
icoon van de indicator om de eigenschappen te tonen - Klik op het uitklapmenu "Voeg toe" om toegang te krijgen tot de lijst van indicatoren die u kunt toevoegen op andere indicatoren (of op de koers)
- Selecteer een indicator in de lijst. Het zal worden toegevoegd aan de grafiek van de "hoofd indicator"
Verschuiven en formaat aanpassen van indicator vakken
Elk indicator vak heeft een label die het volgende bevat:
- Naam van de indicator (als het vak meerdere indicatoren bevat, wordt de naam van de hoofd indicator getoond)
-
en geeft u toegang tot het eigenschappen venster van de indicator
- Met
kunt u het indicatorvak vergroten of verkleinen binnen het grafiek venster (deze indicator bedekt tijdelijk de overige vakken). Om het indicator vak terug te zetten naar de originele grootte, klik op het 
icoon.
- Met
verwijdert u de indicator van de grafiek
U kunt de hoogte van de indicator vakken groter of kleiner maken en de weergave volgorde in de grafiek wijzigen.
Om de grootte van een indicator aan te passen:
- Plaats uw muiscursor op de horizontale lijn die de bovenkant van het indicatorvak afscheidt van degene die erboven ligt
- Klik met links en houdt de muisknop ingedrukt
- Beweeg uw muis op of neer en laat de muisknop los als het vak de gewenste grootte heeft
Om de weergave volgorde van uw indicatoren te wijzigen, gebruikt u de Swap feature:
- Plaats uw muiscursor op het naamlabel van de indicator die u wilt verplaatsen
- Klik met links en houdt de muisknop ingedrukt
- Beweeg uw muis op of neer tot de selectierechthoek hieronder getoond verschijnt, laat daarna de muisknop los om de posities te wisselen van de twee indicatoren.
